Onderhoud en andere tips voor uw serre

Onderhoud en andere tips voor uw serre
Laden...
Onderhoud en andere tips voor uw serre

Dagelijks gebruik & Onderhoud

Een serre brengt het nodige onderhoud met zich mee. Enerzijds is er het onderhoud dat komt kijken bij het zaaien, oogsten, verzorgen en verpotten van je plantjes of groenten, anderzijds het onderhoud van de serre zelf. Wanneer je hier regelmaat mee bezig bent, zal je tuinserre in optimale staat blijven.

Kies voor een hygiënische serre

Wie schimmelvorming en ziektes bij zijn gewassen wil vermijden, kiest voor een hygiënische tuinserre. Dit doe je door ervoor te zorgen dat je de serre altijd netjes achterlaat nadat je erin gewerkt hebt. Geef alle spulletjes hun eigen plaats en berg ze altijd op na gebruik. Zorg ervoor dat je serre voldoende belucht is, bijvoorbeeld met behulp van een automatische raamopener, en kies voor een inrichting die afgestemd is op het doel en gebruik van je serre. Zo ben je verzekerd van een hygiënische serre met maximale productiviteit.

Houd de ramen vrij

Plantjes hebben licht nodig en in een serre krijgen ze dit in de eerste plaats via de ramen. Het spreekt dus voor zich dat je de ramen altijd helder en schoon moet houden. Naast voldoende lichtinval zorgen schone ramen bovendien ook voor een evenwichtig verspreide lichtinval, iets wat minstens zo belangrijk is. Als laatste vermijd je schade en slijtage wanneer je de ramen regelmatig schoon maakt.

Wat kapot is, moet gemaakt worden

Wanneer er schade optreedt aan je serre is een snelle reparatie absoluut noodzakelijk. Kleine gebreken die je laat liggen, worden gegarandeerd erger en groeien uit tot grotere problemen. Voor je het weet heb je een serre in verval, terwijl dit makkelijk vermeden had kunnen worden.

Aandachtspunten bij het gebruik en onderhoud van uw serre

  • Zorg ervoor dat je serre voldoende belucht is, om schimmelvorming te voorkomen
  • Maak de dakgoot geregeld vrij van blaadjes en vuil
  • Maak de ruimte rondom de wielen van de schuifdeuren geregeld vrij van vuil en zand
  • Maak de serre nooit schoon met chemicaliën. Gebruik voor onderhoud aan een tuinserre alleen neutrale reinigingsmiddelen die geen corrosie kunnen veroorzaken aan het aluminium of de beglazing.
    • De polycarbonaatplaten mogen alleen met koud/lauwwarm water worden schoongemaakt
    • Bij harde wind of storm: deuren en dakramen altijd gesloten houden.
    • In de wintermaanden dien je het dak van de serre sneeuw- en ijsvrij te houden i.v.m. het gewicht en de lichtdoorlaatbaarheid

 

Temperatuur in de serre

Wil je een ideale groei-omgeving in je serre creëren, dan zijn voldoende ventilatie en de juiste temperatuur daarbij de belangrijkste factoren. Een automatische raamopener is ideaal om in je serre tot de beste groei-omgeving te komen, omdat deze de ventilatie en temperatuur automatisch voor je regelt.

Verluchting per seizoen verschillend

In de winter laat je de ramen meestal gesloten, alleen al om ervoor te zorgen dat de werking van een verwarmingsapparaat niet gehinderd wordt. Ook onverwarmde serres die niet in gebruik zijn, blijven dicht om de lucht en de grond vochtiger te houden.

In de zomer kun je beter niet via de deur verluchten. De luchtvochtigheid zakt dan te snel, omdat er energie wordt verbruikt terwijl er warmte aan de lucht wordt onttrokken. De temperatuur zal nog verder zakken als de grond en het substraat van de serre vochtig zijn. Aan de andere kant kan verdamping ook te vlug gebeuren door een snelle luchtstroom; de planten in de serre verdampen meer water dan ze via hun wortels kunnen aanvoeren. Met als gevolg dat ze beginnen te verwelken. Bovendien stijgt de concentratie zout (mest) in de wortels, waardoor ze eventueel kunnen afsterven. Door te zorgen voor minder luchtbeweging en meer luchtvochtigheid kun je daar iets aan doen. Bovendien zorgt de vochtigheid in zowel de lucht als de planten ervoor dat spintmijten tijdens de zomer op een afstand worden gehouden.

Tijdens de herfst en winter, maar ook in het voorjaar is dat helemaal anders. Dan moet de vochtigheid zo laag mogelijk blijven. Voor degenen die hun serre alleen voor groenten gebruiken, geldt dan: hoe droger de lucht, hoe beter. Want zodra het koud is en er minder daglicht is, grijpen schimmelziektes in vochtige lucht snel om zich heen. Schimmels, meeldauw en zwammen zorgen voor rottende stengels, ajuinen, spruiten, bloembollen en dergelijke. Natuurlijk hangt het ervan af welke planten je kweekt. Bij temperaturen van 5 tot 8 graden Celsius in de winter kun je de lucht in de serre ook droog houden door alleen een beetje water te geven aan de planten die ook echt groeien op dat moment. Als planten in hun rustfase zitten, hebben ze geen water nodig.

Verwarming in de serre

Een klein beetje verwarming kan een groot verschil maken in de tuinserre. Als je de verwarming alleen maar twee maanden aanzet tegen de vorst, vanaf april en nog eens in oktober, kun je niet alleen meer, maar ook veel vroeger oogsten dan in volle grond. Je eerste eigen sla heb je dan in april, je laatste in november. Als je echter orchideeën of cactussen wilt kweken, dan moet de verwarming het hele jaar door aan. Dit moet ook bij andere planten die van warmte houden. Ook om kuipplanten te laten overwinteren is verwarming absoluut noodzakelijk. Je kunt kiezen voor een bovenverwarming, een verwarming onder de kweektafel, een bodemverwarming, een heteluchtkachel of een convectorverwarming.

De warmtebehoefte van uw serre berekenen

Om de juiste verwarming te kunnen kiezen, dien je de warmtebehoefte te berekenen. Die hangt samen met de gewenste temperatuur (dag en nacht) en moet voor elke serre afzonderlijk worden berekend. Je dient hierbij rekening te houden met de fundering (isolatie, hoogte) en de plaatselijke omstandigheden (wind, eventuele lichte vorst, hoogte). Afhankelijk van de warmtebehoefte kies je dan een verwarming en bepaal je met welke energie je wil werken.

Een praktisch voorbeeld:

Een serre heeft een breedte van 2,64m, een lengte van 3,87m, een hoogte (tot aan de nok) van 2,35m en zijmuren van 1,65m. Het grondvlak is dus 10,21m² en heeft de serre tot aan het dak een volume van 16.86m³ en het dak heeft volume van 3.57m³. Het totale volume van de serre komt daarmee op 20.43m³. De polycarbonaat serres van Gardenmeister worden geleverd met kunststof kanaalplaten of er zijn serres met veiligheidsglas. In het geval van Polycarbonaat bedraagt de U-waarde (voorheen K-waarde) 2,98 bij veiligheidsglas is dat 5,9. Dat is de waarde van de warmtetransmissie. Met dit getal werk je verder.
In dit verband wordt ook wel eens gesproken over een warmteovergangscoëfficiënt. Dat is de hoeveelheid warmte die bij een verschil in temperatuur van 1 graad door een bouwonderdeel van 1m² stroomt.
Elk materiaal geleidt warmte. Er zijn nog twee andere gegevens nodig: het verschil tussen de laagst mogelijke gemiddelde buitentemperatuur en de gewenste binnentemperatuur. Als we uitgaan van een buitentemperatuur van -15℃ en we willen een  binnentemperatuur van 10℃, levert dat een verschil op van 25℃. Nu moet je de drie cijfers alleen nog vermenigvuldigen.

Formule voor de warmtebehoefte berekening:

Volume maal temperatuurverschil maal de waarde van de warmtetransmissie is gelijk aan de warmtebehoefte in kilocalorieën per uur. Dus: 20.43m³ x 25℃ x 2,98 U-waarde = 1522 kcal/hr (afgerond). Omdat het vermogen op verwarmingstoestellen meestal in watt of kilowatt wordt uitgedrukt, moet u dat nog omzetten.
Om de bovenstaande voorbeeldserre te verwarmen, zijn er toestellen nodig met een vermogen van minstens 1770 watt (W)

De omrekening gebeurt op de volgende manier:

1 kcal/hr staat gelijk aan 1.163 watt dus 1522 kcal/hr x 1.163watt = 1770 watt (W)

Temperatuurbeheersing

Hoe kouder het buiten is, hoe meer warmte u binnen in de serre nodig zult hebben om het temperatuurverschil te overbruggen en de gewenste temperatuur te behouden. Indien u een gematigde of warme serre wenst voor uw gewassen, is het daarom aan te raden om uw serre aan de binnenkant van isolatie te voorzien, in de vorm van glas, of PVC-folie.

Het is belangrijk dat u hierbij de dakramen vrijlaat, omdat er ook ’s winters geventileerd dient te worden, dit om ziekten te voorkomen. Alleen als het echt vriest buiten hoeft u niet te ventileren. Bij een serre van Gardenmeister is het aan te raden om ervoor te zorgen dat de temperatuur op een constant niveau blijft. 

 

Hygiëne in uw serre

Wie schimmelvorming en ziektes bij zijn gewassen wil vermijden, kiest voor een hygiënische serre. Dit bereikt u door ervoor te zorgen dat u uw tuinserre altijd netjes achterlaat nadat u er in gewerkt heeft. Geef al uw materiaal een eigen plek en berg dit altijd op na gebruik. Zorg voor een inrichting in de serre die afgestemd is op het doel en gebruik van uw serre. Haalt u daarnaast meteen alle dode en zieke planten eruit en zorgt u voor voldoende ventilatie, dan zult u zien dat u weinig last heeft van ziektes en schimmels. Het gebruik van goede aarde of compost en schoon water dragen eveneens in belangrijke mate hier aan bij.  Indien u met al deze aspecten rekening houdt, bent u altijd verzekerd van een hygiënische serre met maximale productiviteit.

 

Voor meer serres kweektips:

 
loader
Laden...
loader
Laden...